Na een Rotterdamse uitstap van ruim 16 jaar komt slijptram 2303 weer terug naar Den Haag.

De RET heeft in de jaren ’80 belangstelling voor een slijptram. Zelf beschikt het Rotterdamse trambedrijf niet over zo’n voertuig en de uit Amsterdamse geleende H52 voldoet niet aan hun verwachtingen.

De 2303 klaar voor opladen aan de Kleiweg.

Bij HTM heeft men goede ervaringen met de H23. Deze PCC, ex-1207, wordt in 1985 dan ook uitgeleend aan de RET. De H23 doet na gelost zijn bij de Kleiweg vanuit remise Hillegersberg een aantal nachten testritten tussen Hofplein en station Blaak. Deze ritten moeten ‘s nachts plaatsvinden omdat anders de brede 1200 wellicht te dicht bij een smallere RET tram zou kunnen komen.

Achteruit manouveren bij de RET om richting Den Haag te kunnen vertrekken.

RET is tevreden en bestelt bij HTM een Railslijpwagen. Gekozen wordt voor de 1139. Deze is smaller dan een 1200. Die keuze is ook makkelijk want de laatste 1200 is in 1983 gesloopt. In 1986 wordt de PCC verbouwd naar de wensen van de RET. Ten opzichten van de H23 wordt de 1139 op een aantal zaken gewijzigd. Zo zijn de watertanks van een kleiner formaat en moet de pantograaf verlaagd op het dak worden aangebracht.

Aankomst aan de Werf in Den Haag.

De verbouwing van de PCC duurt van februari 1986 tot december van dat jaar. Op 11 december van dat jaar wordt de dan vernummerde 1139 als 2303 afgeleverd aan RET. Al gauw blijkt dat het buitenbeentje in Rotterdam toch wat problemen oplevert waardoor de tram niet vaak wordt ingezet. In 1997 komt de PCC dan ook even terug naar de Hofstad voor onderhoud bij HTM.

De PCC raakt bijna Haagse bodem.

In 2003 komt de Railslijpwagen weer definitief terug naar Den Haag. De in 1957 gebouwde tram krijgt bij HTM weer het nummer 1139 terug en gaat de H23 opvolgen als slijpwagen op het Haagse net. De PCC heeft het tot 2019 volgehouden en is toen gesloopt. De tram is opgevolgd door een auto die de sporen poetst.

Bron: Haagsetrams.com
Foto’s: Kees Pronk