Per trein van Rotterdam Hofplein naar Scheveningen Kurhaus. Vandaag de dag is dat natuurlijk onmogelijk, maar van 1907 tot 1953 is dat de normaalste zaak van de wereld via de spoorlijn van de Zuid-Hollandsche Elektrische Spoorwegmaatschappij, kortweg ZHESM. De bekende spoorwegauteur Carel van Gestel heeft een nieuw boek samengesteld over de ZHESM, ‘Atlas van het eerste elektrische spoor’ geheten. Zoals de titel al suggereert, staat het boek vol met tekeningen van Dick van der Spek van de lijnvoering en de emplacementen bij de werkplaats in Leidschendam, de stations en halteplaatsen.

Het ZHESM-station aan de Zwolsestraat in Scheveningen, schuin tegenover het Kurhaus. Bron: Haags Gemeentearchief.

In 1900 krijgen de heren N.J. Beversen en J. van Jeurn van minister Cornelis Lely (ja, die) een concessie voor de aanleg van de spoorlijn van Rotterdam naar Den Haag en Scheveningen. Het is een bijzondere lijn, want voor het eerst krijgt Nederland een elektrische spoorlijn, geëlektrificeerd met 10 kV éénfase wisselstroom, opgewekt in een eigen elektrische centrale in Leidschendam, op de plek waar nu het onderhoudsbedrijf van NS is gevestigd. Omdat de HIJSM bang is dat de lijn in handen komt van de Staatsspoorwegen, neemt het bedrijf in 1901 een meerderheidsbelang in de ZHESM. Om die reden komt er ook een aftakking van de lijn naar het station Den Haag Hollandsch Spoor.

Naast de elektrificatie betekent de lijn ook om een andere reden een belangrijke innovatie. De aanleg is een van de eerste bouwprojecten in ons land waarbij op grote schaal gebruik wordt gemaakt van gewapend beton. Er wordt zelfs een apart bedrijf voor opgericht, dat als Hollandse Beton Groep nu deel uitmaakt van bouwer BAM. De bekendste voorbeelden van de betonbouw zijn wel de viaducten in Rotterdam en over de rijksweg bij Wassenaar.

Het viaduct bij Wassenaar is van gewapend beton, in 1907 is dat een relatief nieuw bouwmateriaal.

De ZHESM-lijn komt in gedeelten in dienst. Op het lijndeel Den Haag HS – Scheveningen rijden vanaf 1 mei 1907 stoomtreinen. Anderhalf jaar later, op 1 oktober 1908, komt de gehele elektrische lijn tot aan Rotterdam Hofplein in dienst. In later jaren keren de stoomtreinen overigens weer terug, onder andere medio jaren twintig, als de bovenleiding op het baanvak naar Scheveningen wordt vernieuwd.

De nieuwe atlas beschrijft na een korte inleiding de kopstations, het materieel, de bouwwerken langs de lijn, de ontwikkelingen langs de lijn van jaar tot jaar, het tweede leven van het materieel en de restanten van de ZHESM, die inmiddels tussen Rotterdam en Den Haag Centraal door het leven gaat als de drukke metrolijn E. Elk hoofdstuk bevat lijntekeningen van Dick van Spek van emplacementen en lijndelen, die helaas niet altijd erg groot zijn afgedrukt. Daarnaast staan er in het boek bouwtekeningen van de stations en ander onroerend goed langs de baan. Tot slot bevat het boek vele tientallen foto’s van de ZHESM, die zijn opgediept uit allerlei archieven en verzamelingen en door de goede drukkwaliteit een prima beeld geven van de spoorlijn door de jaren heen.

Het emplacement van het station Hofplein in Rotterdam.

In 1926 verbouwt de NS de lijn en het materieel voor 1500 Volt gelijkstroom, de stroomspanning die aan het begin van de jaren twintig wordt gekozen voor de elektrificatie van de Oude Lijn Amsterdam – Den Haag – Rotterdam. Dit betekent tevens dat er naast het materieel uit 1908 ook ander elektrische materieel van Rotterdam naar Scheveningen kan rijden. Als seizoenslijn kent het traject naar Scheveningen buiten de zomermaanden een magere bezetting. En hoewel NS na de oorlog besluit de opgebroken lijn naar Scheveningen te herstellen, valt in 1953 toch het doek voor dit deel van voormalige ZHESM. Ter compensatie laat de HTM in de jaren vijftig nog enkele trams van de buitenlijn naar Wassenaar als Forensentram doorrijden van het centrum naar Den Haag HS. Maar deze dienstverlening voor de Wassenaarse forensen is geen succes en sterft een langzame dood.

Jarenlang ligt het voormalige tracé van de spoorlijn naar Wassenaar en Scheveningen er verlaten bij. Hier en daar zijn nog spoorwoningen te zien. Het voormalige emplacement in Scheveningen vormt enkele decennia een open gat in de Scheveningse bebouwing. Inmiddels ligt de verlengde Landscheidingsweg op het voormalige spoortracé naar de kust. De oorsprong als spoorlijn is nog duidelijk te herkennen aan de ruime bogen in de weg (spoorlijnen hebben in tegenstelling tot wegen bogen en geen bochten). In Rotterdam resteert nog een deel van het betonnen viaduct in de stad. En gelukkig zijn er twee rijtuigen bewaard: in het Spoorwegmuseum het prachtige rijtuig 6, en in Rotterdam het rijtuig mB 61, dat op provisorische wijze is opgeknapt en ooit een plek moet krijgen op de overgebleven ‘Hofbogen’ in de Maasstad.

Voor wie wil terugkijken naar hoe het ooit was, is de Atlas van het eerste elektrische spoor’ zeker een aanrader. Alleen al het fraaie historische fotowerk is de prijs van 39,95 meer dan waard.

C. van Gestel, Altas van het eerste elektrische spoor, Uitgeverij WBooks, Zwolle 2025. ISBN 9789462586864.