De collectie historische trams van het HOVM
Het HOVM beheert een collectie van circa 30 trams, die alle dienst hebben gedaan in Den Haag. Het grootste deel van de verzameling behoort tot de historische collectie, die een goed beeld geeft van de Haagse tram in de periode van 1905 tot 1993. Enkele trams zijn geen historische wagens, maar fungeren als Tourist Tram of partytram. De vier Tourist Trams hebben wel een historisch uiterlijk, maar zijn niet volledig historisch correct. Dat is een bewuste keuze: andere wagens in onze collectie tonen namelijk het uiterlijk van de Haagse tram in het verleden. In 2023 zijn de trams van de Tramweg Stichting in het HOVM toegevoegd.
Snelle links:
Van het begin tot de Tweede Wereldoorlog
Van de begintijd tot de Tweede Wereldoorlog
Tramnummer 36 – De Ombouwer
Serie: 21-101 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1905/1930 | Fabrikant: Werkspoor Amsterdam / La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 20 zitplaatsen, 38 staanplaatsen | Lengte: 9580 mm | Gewicht: 13000 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buitendienst: 1960.
In de periode van 1929-1931 liet de HTM bij diverse fabrikanten 81 motorwagens uit de serie 21-150 (1905) reviseren. Deze revisie was zo ingrijpend dat van een complete ombouw kan worden gesproken. Van de originele wagen bleef alleen het middengedeelte over. Aan dit gedeelte werden nieuwe balkons gebouwd. De houten langsbanken werden vervangen door met leer beklede dwarsbanken. Ook kregen de wagens een nieuw onderstel met sterkere motoren en een nieuwe stroomafnemer. Door deze ingrijpende werkzaamheden kregen deze wagens de bijnaam “ombouwers”. Een aantal van deze wagens kon ook als “éénmanswagen” (dat wil zeggen zonder conducteur) dienstdoen. Behalve op lijn 11 hebben de wagens op vrijwel alle stadslijnen gereden. De 36 is in de staat van de jaren dertig gerestaureerd.
Tramnummer 57 – De Buitenlijner
Serie: 51-80 | Soort: Motorwagens | Bouwjaar: 1923 | Fabrikant: Hofmann Lauchhammer Keulen | Capaciteit: 30 zitplaatsen, 58 staanplaatsen | Lengte: 14000 mm | Gewicht: 27000 kg | Motoren: 4 x 50 kW | Buiten dienst: 1965
Deze motorwagens zijn speciaal gebouwd om dienst te doen op de interlokale lijnen naar Delft, Voorburg en Leiden (via Wassenaar). Op deze zogeheten buitenlijnen had de bovenleiding een spanning van 1200 volt. Omdat in de stad de spanning 600 volt was, reden de wagens hier op halve kracht. Behalve over de 51-80 beschikte de HTM ook nog over de twee-assige motorwagens 1-6, eveneens voor de buitenlijnen. In 1950 werd het buitenlijnmaterieel nog aangevuld met de zogenaamde Limburgers 81-90. De serie 51-80 deed voor het laatst dienst op de lijn naar Delft. De 57 is gerestaureerd in de toestand van de jaren vijftig.
Tramnummer 77 – De Ombouwer Éénmanwagen
Serie: 21-101 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1905/1930 | Fabrikant: Werkspoor Amsterdam / La Brugeoise Brugge (België) | Capaciteit: 20 zitplaatsen, 38 staanplaatsen | Lengte: 9580 mm | Gewicht: 13000 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buitendienst: 1957
Naast motorwagen 36 is de 77 de tweede wagen die bewaard is gebleven van deze serie. De 77 is als HTM 34 in dienst gekomen. Tijdens de ombouw in de jaren 1929 / 1931 heeft de motorwagen dienstwagennummer 77 gekregen. Een deel van de trams is verbouwd tot éénmanswagen voorzien van een dodemaninstallatie en met lucht bediende deuren. Ook de 77 is zo’n tram geworden waarbij gereden kan worden zonder conducteur.
In 1957 gaat de tram buitendienst. Maar een jaar later komt de motorwagen terug op de rails, nu als bovenleidingmontage aanhangwagen H42. Deze functie blijft de tram houden tot in 1982. De Tramweg Stichting weet de tram te verwerven. Zeven jaar wordt de motorwagen gebruikt als magazijn en schaftkeet. In 1989 begint de restauratie aan de tram. Vanaf 2014 kan de gerestaureerde tram worden ingezet als museummotorwagen.
Tramnummer 164 – De Laagdakker
Serie: 151-168 | Soort: Motorwagens | Bouwjaar: 1908 | Fabrikant: Werkspoor Amsterdam | Capaciteit: 20 zitplaatsen, 31 staanplaatsen | Lengte: 9520 kg | Motoren: 2 x 22 kW | Buitendienst: 1949
De serie 151-168 was een vervolg op de serie 21-150 die de HTM in de jaren 1905-1907 aangeschaft had. De 151-168 waren echter met een lager dak gebouwd, zodat deze wagens dienst konden doen op de toenmalige lijnen 3 en 4 die onder de poortjes van het Binnenhof doorreden. Zij hadden daarom ook de bijnaam laagdakkers. Omdat de bovenleiding onder deze poortjes spanningloos was, waren de wagens voorzien van een olielamp, die voorop geplaatst kon worden, zodat de tram in de avonduren toch zichtbaar bleef. De 164 is in de toestand van 1908 gerestaureerd.
Tramnummer 265
Serie 250-279 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1920 | Fabrikant: HAWA Hannover | Capaciteit: 20 zitplaatsen, 41 staanplaatsen | Lengte: 9880 mm | Gewicht: 12900 kg | Motoren: 2 x 66 kW | Buiten dienst: 1963
De 50 motorwagens van de serie 250-299 werden met tussenpozen geleverd in de jaren 1919-1926. Hierdoor zijn er nogal wat onderlinge verschillen tussen de diverse deelseries. Zo hadden de 290-299 een andere technische installatie en werden zij direct met lijn- en richtingfilms geleverd. Aan de 250’ers zijn in de loop der jaren vele wijzigingen aangebracht. De wagens hebben op vrijwel alle stadslijnen dienst gedaan. De 265 was de eerste museummotorwagen van de HTM en is zoveel mogelijk in de staat van 1920 teruggebracht.
Tramnummer 294
Serie: 290-299 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1926 | Fabrikant: Werkspoor, Amsterdam | Capaciteit: 20 zitplaatsen, 41 staanplaatsen | Lengte: 9880 mm | Gewicht: 12900 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buitendienst als personentram: 1964, als pekeltram: 1988
In 1926 heeft Werkspoor in Amsterdam de serie 290 – 299 gebouwd voor HTM. Het is een vervolgserie op de in 1920 geleverde serie 250-279 en 280-289. Deze laatste tien trams hebben een andere technische installatie gekregen en een barframe. Ook hebben zij bij aflevering lijn en richtingfilms in plaats van de klassieke klapborden op de tram.
In de jaren 1962 – 1964 is de serie motorvoertuigen omgebouwd tot pekelwagenserie H1 – H10. Hierbij krijgen de tien trams ook sterkere motoren en schakelkasten, afkomstig van de 800 serie, zodat ze makkelijker door de sneeuw kunnen ploegen. In 1971 wordt de H4 nog gereviseerd waarbij de pekeltram ook een ander uiterlijk krijgt. In 1998 gaat de pekeltram buitendienst en wordt deze aangeboden aan de Tramweg-Stichting.
De Tramweg-Stichting haalt de pekeltank uit de tram en de oorspronkelijke zijraamindeling komt weer terug. De tram krijgt het kleurenschema van de Nederlandse Buurtspoorweg Maatschappij en de H4 wordt vernummerd in TS 14. Er ontbreekt nog een HTM ‘290ér’ in jaren ’50 uitvoering in de tramcollectie en daarom is in 2018 gestart met de revisie en renovatie van de museumtram om weer de HTM 294 op de rails te krijgen. Belangrijkste donor van onderdelen en van een complete zijwand werd de H8, ex H312 en ex 298.
Tramnummer 810
Serie: 801-815 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1927 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit: 23 zitplaatsen, 44 staanplaatsen | Lengte: 11100 mm | Gewicht: 14000 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buiten dienst: 1963
Op 15 juni 1927 nam de HTM de nieuwe tramlijn 11 in gebruik. Deze lijn volgde de route van de voormalige HSM-stoomtramlijn naar Scheveningen. Voor deze geheel op vrije baan liggende “sneltramlijn” werden nieuwe motor- en aanhangwagens aangeschaft. Om het publiek voor deze snelle trams te waarschuwen was op het dak van de motorwagens een repeterende elektrische bel aangebracht. Tot 1945 reden van deze serie alleen de 801-815 op lijn 11, daarna ook de 821-830. Verder hebben de 800’en ook op de meeste andere stadslijnen gereden. De 810 is in de toestand van 1927 gerestaureerd.
Tramnummer 819
Serie: 816-820 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1927 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit: 23 zitplaatsen, 44 staanplaatsen | Lengte: 11100 mm | Gewicht: 14000 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buitendienst: 1965
Van de in 1927 aangeschafte serie 801-820 waren de 816-820 in plaats van een star onderstel uitgerust met twee één-assige draaistellen. Men verwachtte hierdoor minder slijtage aan wielen en rails in bogen. Hoewel enigszins aan deze verwachting werd voldaan, was het experiment geen succes omdat de wagens op recht spoor zeer onrustig reden. Daarom hebben de 816-820, hoewel met een dakbel uitgerust, nooit dienst gedaan op lijn 11. Het meest hebben zij dienst gedaan op de lijnen 1 en 8. De 819 is gerestaureerd in de toestand van de jaren vijftig.
Tramnummer 826
Serie: 821-830 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1929 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 23 zitplaatsen, 44 staanplaatsen | Lengte: 10720 mm | Gewicht: 13600 kg | Motoren: 2 x 43 kW | Buitendienst: 1965
De motorwagens 821-830 waren een vervolg op de 801-820 uit 1927, maar de wagens waren 38 cm korter en hadden andere balkondeuren. De wagens hebben op de meeste stadslijnen dienstgedaan, op lijn 11 echter pas na 1945. De 826 is gerestaureerd in de toestand van de jaren vijftig.
Tramnummer 118
Serie: 101-120 | Soort: Aanhangwagen | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit: 34 zitplaatsen, 16 staanplaatsen | Lengte: 12480 mm | Gewicht: 13200 kg | Buiten dienst: 1962
Voor de dienst achter de buitenlijnmotorwagens 1-6 en 51-80 bestelde de HTM 20 aanhangrijtuigen. Het waren fraaie rijtuigen, die al snel salonrijtuigen werden genoemd. Aanvankelijk waren de wagens voorzien van opklapbare treeplanken en kopdeurtjes voor de conducteur, maar later werden dit vaste treeplanken en verdwenen de kopdeurtjes. De 118 is, net als de bijpassende motorwagen 57, gerestaureerd in de staat van de jaren vijftig.
Tramnummer 402
Serie: 400-415 | Soort: Aanhangrijtuig | Bouwjaar: 1896 | Fabrikant: Société Franco-Belge | Capaciteit: | Lengte: | Gewicht: | Buitendienst: 1946
In 1896 wordt door HTM een serie van 16 paardentramrijtuigen aangeschaft. De serie 200-215 is de laatste nieuwe paardentramserie die is gekocht. De trams doen voornamelijk dienst op lijn E, de ‘Rode Lijn’ tussen het Plein en Scheveningen Kurhaus. De serie trams wordt in de winter van 1904/1905 als eerste aangepast voor de elektrische tramdienst als aanhangrijtuig en krijgen de nummers 400-415.
Het laatste rijtuig van de serie gaat in 1946 buitendienst. Een jaar later worden er acht verkocht aan een sloper aan de Amsterdamse Ertskade. Deze wagens worden ontdaan van wielstellen en verkocht als noodwoning. Eén van die trams is de 402. Deze wordt vakantiewoning op camping ‘De Vossenburcht’ in IJhorst waar de wagenbak in 1969 gevonden is door Johan Blok na een oproep in kranten omgeving Meppel.
In 2010 wordt de wagenbak door de campingeigenaar geschonken aan Johan Blok die op zijn beurt de tram aan de Tramweg-Stichting schenkt. In 2014 start de renovatie aan de voormalige paardentram. In het HOVM wordt de fraaie zomerwagen nu afgebouwd. De wagen is geschikt om achter vrijwel elke motorwagen dienst te doen maar het ensemble HTM 265-505-402 representeert de ultieme Scheveningse zomertram uit de jaren ’30.
Tramnummer 505
Serie: 500-526 | Soort: Aanhangwagen | Bouwjaar: 1905 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 43 staanplaatsen | Lengte: 12330 mm | Gewicht: 8600 kg | Buiten dienst: 1957
Om de reizigers op de Scheveningse lijnen in de zomermaanden op luchtige wijze te vervoeren, heeft de HTM meer dan 100 open aanhangwagens in dienst gehad. De 500-526 waren de grootste wagens van dit type. De 507-526 waren op de balkons voorzien van kopramen. In verband met een groot materieeltekort hebben de open wagens tijdens en vlak na de oorlog ook dienst gedaan. Samen met motorwagen 265 en aanhangwagen 614 is de 505 in 1964 ter gelegenheid van 100 jaar tram gerestaureerd in de toestand van 1905.
Tramnummer 614
Serie 600 – 629 | Soort: Aanhangwagen | Bouwjaar 1912 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit 26 zitplaatsten, 35 staanplaatsen | Lengte 10400 mm | Gewicht 6700 kg | Buiten dienst 1959.
De serie 600-629 waren de eerste nieuwe gesloten aanhangrijtuigen voor de elektrische tram die door de HTM waren aangeschaft. Daarvoor moest men zich behelpen met omgebouwde paardetramwagens. De bijnaam van de 600’en was ‘koektrommels’. Museumwagen 614 is gerestaureerd in de afleveringstoestand van 1912.
Tramnummer 769
Serie: 751-780 | Soort: Aanhangwagen | Bouwjaar: 1929 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 29 zitplaatsen, 51 staanplaatsen | Lengte: 12600 mm | Gewicht: 12800 kg | Buiten dienst: 1965.
Vierassig rijtuig 769 was geschikt om dienst te doen op de stadslijnen, maar ook op de buitenlijnen. Dit is te zien aan de enkele luchtslang voor de luchtrem en de speciale grote contactdoos op het balkon. Deze laatste diende voor het doorvoeren van de stroom voor de verlichting en de verwarming. De 769 is gerestaureerd in de toestand van 1929.
Tramnummer 780
Serie: 751 – 780 | Soort: Aanhangwagen | Bouwjaar: 1929 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge | Capaciteit: 29 zitplaatsen, 51 staanplaatsen | Lengte: 12600 mm | Gewicht: 12800 kg | Buiten dienst: 1965.
Zestien van deze aanhangrijtuigen werden na de Tweede Wereldoorlog geschikt gemaakt om dienst te doen achter de motorwagens serie 201-216. Dit betekende onder andere het aanbrengen van een dubbele set luchtslangen op de balkons, nodig om aan te sluiten op het Westinghouse-remsysteem van de 201-216. De 780 is gerestaureerd in de staat van de jaren vijftig.
Tramnummer 905
Serie: 901-920 | Soort: Aanhangwagen | Bouwjaar: 1927 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Capaciteit: 23 zitplaatsen, 48 staanplaatsen | Lengte: 11100 mm | Gewicht: 9030 kg | Buiten dienst: 1963.
Vanaf het begin van hun bestaan hebben de 900’en op lijn 11 gereden. Later werden de wagens ook op andere lijnen ingezet. De wagenbak was in feite geheel gelijk aan de motorwagens serie 801-815. Dat kwam goed van pas: helaas zijn alle 900’en in 1963 gesloopt, maar uit de wagenbak van motorwagen 805 werd later het museumaanhangrijtuig 905 gemaakt.
Historisch werkmaterieel van de HTM
Tramnummer 14
Serie: 13-14 | Soort: Werkwagen | Bouwjaar: 1927 | Fabrikant: Allan Rotterdam | Lengte: 4900 mm | Gewicht: 3550 kg | Buiten dienst: 1965.
De pekelaanhangwagens werden in de winter gebruikt voor het sneeuwvrij houden van de sporen. Deze wagens werden getrokken of geduwd (vandaar de grote koplamp), terwijl een bemanningslid op de wagen stond om tijdens het rijden de pekelkranen te bedienen. De 14 is in de toestand van 1927.
Tramnummer 292 (H2)
Serie 290 – 299 | Soort Werkwagen | Bouwjaar 1926 | Fabrikant Werkspoor Amsterdam | Lengte 9880 mm | Gewicht 12900 kg | Motoren 2 x 43 kW | Buiten dienst 1963.
Als vervolg op de serie 250-279 en 280-289 werd in 1926 de serie 290-299 afgeleverd. De wagens verschilden in een aantal opzichten van hun voorgangers. De wagens werden afgeleverd met een sleepbeugel. In 1938-1939 zijn de stroomafnemers aangepast naar het type pantograaf, die in tegenstelling tot de tot dan toe gebruikte sleepbeugel het voordeel had dat bij eindpunten de beugel niet gedraaid hoefde te worden. De serie 290 was als eerste serie stadmotorwagens voorzien van lijncijfer- en richtingfilms in plaats van koersborden. Nadat de wagens de laatste ritten met passagiers hadden gereden, werd de hele serie in de 60’er jaren verbouwd tot pekelmotorwagen. In de zeventiger jaren werden de wagens nogmaals verbouwd, maar bleven pekelmotorwagen. In 1997 gingen de laatste wagens van deze serie buiten dienst. De H2 heeft een tiental jaren in Lille (Frankrijk) doorgebracht bij een museum, maar bleek daar uiteindelijk toch overbodig. Op 2 februari 2011 is de H2 teruggehaald naar Den Haag. De bedoeling is om de H2 als dienstvaardige pekelmotorwagen te herstellen, waarna de H5 zijn pekeltaken kan laten vervallen en terugverbouwd kan worden naar 295.
Tramnummer 2
Serie 1 – 2 | Aflevering 1923 en 1927 | Fabrikant Schörling, Hannover | Lengte over buffers 7750 mm | Breedte 2150 mm | Gewicht leeg 13 ton | Motoren 2 x 43 kW | Inzet 2 1927 – 1971.
De sporen van het elektrische stadstramnet waren van 1904 tot 1927 eigendom van de gemeente Den Haag. De Gemeentelijke Reinigingsdienst zorgde voor het schoonhouden van de rails in de straten. Aanvankelijk gebeurde dit met de hand, maar omdat het een nogal arbeidsintensief werk was, schafte de gemeente hiervoor een motorwagen aan die in mei 1923 in dienst werd gesteld.
Een railreiniger is in feite niets anders dan een enorme stofzuiger op rails. In de wagen was een groot vuilreservoir aangebracht waarin het opgezogen straatvuil werd opgevangen. Daarnaast was er een grote watertank om de rails voor het zuigen te kunnen besproeien, om stofvorming tegen te gaan. Voor de zuigopeningen waren beitels aangebracht om het aangekoekte vuil uit de rails los te maken. Een railreiniger was al van grote afstand te horen door de enorme geluidsproductie van de zuiginstallatie.
Toen de gemeente mede-eigenaar werd van het trambedrijf werden de sporen en de railreiniger in 1927 overgedragen aan de HTM, die in dat jaar een tweede railreiniger aanschafte. De wagens kregen de nummers 1 en 2; de 2 was op enkele details na gelijk aan de 1. De railreinigers waren net als de andere trams crème met rode wagennummers en biezen met een bruin onderstel geschilderd. Ook bij deze wagens veranderde dit later in crème met grijsgroen.
De 2 kreeg in 1964 een revisie waarbij het nummer wijzigde in H22. Na een defect aan een van de motoren werd de wagen in 1971 buiten dienst gesteld en opgeborgen in de remise Lijsterbesstraat. De H22 is in de periode 1976-1978 zoveel mogelijk in de originele staat van 1927 gerestaureerd, compleet met imitatieramen aan de zijkant.
Tramnummer 295 (H5)
Serie: 290-299 | Soort: Werkwagen | Bouwjaar: 1926 | Fabrikant: Werkspoor Amsterdam | Lengte: 9880 mm | Gewicht: 12900 kg | Motoren 2 x 43 kW | Buiten dienst: n.v.t.
Als vervolg op de serie 250-279 en 280-289 werd in 1926 de serie 290-299 afgeleverd. Deze wagens verschilden in een aantal opzichten van hun voorgangers. De wagens werden afgeleverd met een sleepbeugel maar kregen in 1938-1939 een pantograaf, die het voordeel had dat deze bij eindpunten niet gedraaid hoefde te worden. De serie 290 was als eerste serie stadmotorwagens voorzien van lijncijfer- en richtingfilms in plaats van koersborden. Nadat de wagens de laatste ritten met passagiers hadden gereden, werd de hele serie in de jaren zestig verbouwd tot pekelmotorwagen. In de jaren zeventig werden de wagens nogmaals verbouwd, maar bleven pekelmotorwagen. In 1997 gingen de laatste wagens van deze serie buiten dienst. De H5 zal worden teruggebouwd tot 295, maar voorlopig doet de wagen dienst als pekelwagen in winterse perioden. De wagen wordt dan met name ingezet op de trajecten zonder keerlussen, zoals de eindpunten in Loosduinen en Leidschendam, en de kopeindpunten bij de Monstersestraat en Delft Noord.
Tramnummer H25
Serie: H25 | Soort: Werkwagen | Bouwjaar: 1938 | Fabrikant: Centrale Werkplaats HTM | Lengte: 4800 mm | Gewicht: 4000 kg | Buitendienst: 1980.
Bij druk tramverkeer kan er in de loop van de tijd golfslijtage ontstaan op het loopvlak van de rails. Deze slijtage veroorzaakt onder andere geluidsoverlast. Dit kan worden bestreden door de bovenzijde van de kop af te slijpen. De H25 is voorzien van slijpstenen die zich tussen de assen bevinden. Door deze stenen tijdens het rijden op de rails te drukken wordt een dun laagje afgeslepen. Tijdens het slijpen stroomt er water uit de op de wagen staande tank om het slijpsel af te voeren en de slijpstenen te koelen.
Tramnummer H41
Serie: H41 | Soort: Werkwagen | Bouwjaar: 1923 | Fabrikant: Nordwaggon Bremen | Lengte: 6420 mm | Gewicht: onbekend | Motoren: 2 x 18,5 kW | Buitendienst: 1982.
Om tijdens aanleg en onderhoud van de bovenleiding over een zelfbewegend montagevoertuig te kunnen beschikken, schafte de HTM in 1923 een benzine-elektrisch voertuig aan met het nummer HTM 3. De benzinemotor (merk Faun) dreef een generator aan die stroom leverde voor de tractiemotoren. In 1959/1960 kreeg de wagen een grote revisie waarbij de benzinemotor werd vervangen door een Kromhout dieselmotor. Tevens werd een luchtreminstallatie aangebracht. Ook het uiterlijk wijzigde van bruin naar créme met een rood/witte blokrand. Tevens kreeg de wagen het nummer H41. Een van de eerste bovenleidingmonteurs die met de H41 leerde rijden, heette Tinus. Daarom kreeg de wagen de bijnaam “Dieseltinus”. Deze naam werd aan het publiek kenbaar gemaakt met een bordje dat aan de voorzijde van de wagen was bevestigd.
Tramnummer 2310
Serie: 2310-2311 | Soort: Werkwagen | Bouwjaar: 1927 | Fabrikant: Siegener Eisenhandbedarf Siegen | Lengte: 8900 mm | Gewicht: 36000 kg | Motoren: 4 x 50 kW | Buitendienst: 1974.
Toen de HTM in 1927 de voormalige HSM-stoomtramlijn als lijn 11 ging exploiteren, had men ook de verplichting overgenomen om het goederenvervoer naar Scheveningen voort te zetten. Hiervoor werden twee elektrische locomotieven aangeschaft die in feite ongenummerd waren. Men duidde de locs aan met de fabrieksnummers van de elektrische installatie (Siemens 2310 en 2311). Pas in 1960 kregen ze “echte” nummers en wel H51 en H52. Tot 1974 reden zij tussen de Delftselaan, waar de goederenwagens van de NS werden overgenomen, en de Scheveningse Duinstraat, waar een emplacement gelegen was. De 2310 zal worden gerestaureerd in de toestand van 1927.
Asbreuklorrie
Indien van een tram een as breekt, is het bijna onmogelijk om nog op eigen kracht verder te rijden. Met behulp van een asbreuklorrie kan dit ongemak worden verholpen. De asbreuklorrie is in feite een klein en laag aanhangwagentje waar precies één as op past. De defecte wagen wordt opgevijzeld, de lorrie wordt er onder gereden en de wagen kan vervolgens op eigen kracht de remise bereiken.
Het na-oorlogse materieel van de HTM en de PCC’s
Tramnummer 215
Serie: 201-216 | Soort: Motorwagen | Bouwjaar: 1948 | Fabrikant: Werkspoor Amsterdam | Capaciteit: 30 zitplaatsen 46 staanplaatsen | Lengte: 13100 mm | gewicht: 20600 kg | Motoren: 4 x 45 kW | Buiten dienst: 1965
De motorwagens van de serie 201-216 waren de eerste nieuwe trams die de HTM na de oorlog aanschafte. Voor het rijden en remmen waren de wagens voorzien van een elektro-pneumatische stuurstroominstallatie naar Zwitsers ontwerp. Daarnaast hadden de 200’en als eerste Haagse trams railremmen. Tevens was er een luchtdrukrem aanwezig, terwijl ook de deuren door middel van luchtdruk door de bestuurder geopend en gesloten konden worden. De wagens hebben hoofdzakelijk gereden op de lijnen 3, 9, 11 en 14. De 215 is nog vrijwel in originele toestand.
Tramnummer 1022
Serie: 1003-1024 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1952 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 40 zitplaatsen, 52 staanplaatsen | Lengte: 13432 mm | Gewicht: 16700 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1981.
Na het succes van de twee proefwagens 1001 en 1002 uit 1949, besloot de HTM om door te gaan met de trams van het PCC-type. Dit type tram was in de jaren dertig in Amerika ontwikkeld door de zogenaamde Presidents Conference Committee, een werkgroep van de organisatie van directeuren van trambedrijven, die met een moderne tram de concurentie wilden aangaan met het oprukkende autoverkeer. De PCC werd in de VS een groot succes. Tot 1946 werden er duizenden gebouwd. De Belgische firma La Brugeoise kocht een licentie om de PCC in Europa te mogen bouwen en verkopen.
De prototypen 1001 en 1002 hadden alleen deuren aan de voor- en achterzijde. Bij de 1003-1024 waren de achterdeuren vervangen door middendeuren. Van alle PCC-types die bij de HTM hebben gereden, zagen de 1000’en er door de kleine zijramen nog het meest Amerikaans uit. In de jaren zeventig kregen de 1003-1024 een grote revisie. De 1000’en begonnen hun loopbaan op de lijnen 14 en 7. Later reden zij vooral op de lijnen 6, 10, 12 en 16. De 1022 is gerestaureerd in de toestand van de jaren zeventig.
Tramnummer 1101
Serie: 1101-1200 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1957 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 57 staanplaatsen | Lengte: 13432 mm | Gewicht: 16700 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1992
De PCC serie 1101-1200 werd in 1957 en 1958 afgeleverd. Deze wagens waren al snel op bijna alle lijnen van de HTM te zien. De honderd wagens werden in de periode 1972-1974 gerenoveerd en hierbij voorzien van de hardgele kleur. De 1101 is grotendeels teruggebracht in de toestand van vlak voor de revisie.
Tramnummer 1165
Serie: 1101-1200 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1957 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 57 staanplaatsen | Lengte: 13432 mm | Gewicht: 16700 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1992.
De PCC-serie 1101-1200 werd in 1957 en 1958 afgeleverd. Deze wagens waren al snel op bijna alle lijnen van de HTM te zien. De honderd wagens werden in de periode 1972-1974 gerenoveerd en daarbij voorzien van de hardgele kleur. De 1165 is in de toestand gebleven zoals deze buitendienst ging.
Tramnummer 1180
Serie: 1101-1200 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1957 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 57 staanplaatsen | Lengte: 13432 mm | Gewicht: 16700 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1993.
De PCC serie-1101-1200 werd in 1957 en 1958 afgeleverd. Deze wagens waren al snel op bijna alle lijnen van de HTM te zien. De honderd wagens werden in de periode 1972-1974 gerenoveerd en daarbij voorzien van de hardgele kleur. De 1180 is na zijn buitendienststelling nog een tijdje gebruikt als klusjeswagen. Daarna is de 1180 samen met de 1187, 1193 en 1321 voor enkele jaren naar Amsterdam gegaan. Op 27 november 2004 keerde de 1180 terug in Den Haag. De 1180 wordt voornamelijk ingezet bij de Tourist Tram in Den Haag
Tramnummer 1193
Serie: 1101-1200 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1957 | Fabikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 57 staanplaatsen | Lengte: 13432 mm | Gewicht: 16700 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1993.
De PCC serie 1101-1200 werd in 1957 en 1958 afgeleverd. Deze wagens waren al snel op bijna alle lijnen van de HTM te zien. De honderd wagens werden in de periode 1972-1974 gerenoveerd en daarbij voorzien van de hardgele kleur. De 1193 is voorzien van aansluitingen voor dubbele bediening, zodat de instructeur, na het aansluiten van een daarvoor bestemd kastje, kan ingrijpen als de leerling-trambestuurder iets te vlot door het verkeer ging. Na zijn buitendienststelling is de 1193 samen met de 1180 en 1321 voor enkele jaren naar Amsterdam gegaan. Op 26 november 2004 keerde de 1193 terug in Den Haag. De 1193 wordt voornamelijk ingezet bij de Tourist Tram Den Haag.
Tramnummer 1210
Serie: 1201-1240 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1963 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 65 staanplaatsen | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 16250 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buiten dienst: 1982.
Na de serie 1101-1200 uit 1957-1958 bestelde de HTM in 1962 nog eens veertig PCC-wagens om hiermee het laatste oude materieel te vervangen. Deze in 1963 afgeleverde serie 1201-1240 verschilde met de voorgaande PCC‘s onder andere doordat zij vijftien centimeter breder waren. De 1200’en hebben op vrijwel alle lijnen dienst gedaan. De 1201-1225 waren voorzien van een luchthoorn voor de dienst op de lijn naar Delft. In 1982 gingen de 1200’en, die toen nog geen twintig jaar oud waren, buitendienst. De draaistellen werden hergebruikt onder enkele nieuwe GTL’s. De 1210 is gerestaureerd in de toestand van 1965.
Tramnummer 1227
Soort: PCC | Serie: 1201 – 1240 | Bouwjaar: 1963 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 65 staanplaatsen | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 16250 kg | Motoren: 4 x 41 kW | Buitendienst: 1982.
Na de serie 1101-1200 uit 1957-1958 bestelde de HTM in 1962 nog eens veertig PCC-wagens om hiermee het laatste oude materieel te vervangen. Deze in 1963 afgeleverde serie 1201-1240 verschilde met de voorgaande PCC‘s onder andere doordat zij vijftien centimeter breder waren. De 1200’en hebben op vrijwel alle lijnen dienst gedaan. De 1201-1225 waren voorzien van een luchthoorn voor de dienst op de lijn naar Delft. In 1982 gingen de 1200’en buiten dienst. De draaistellen werden hergebruikt onder enkele nieuwe GTL’s. Het HOVM heeft de 1227 verworven om ervaring op te doen met de grote revisie en modernisering van PCC-cars. Als dat lukt, is het plan de 1227 te verbouwen voor gebruik als Tourist Tram, waarmee ruimte ontstaat om de huidige Tourist Trams ook successievelijk een grote revisie te geven.
Tramnummer 1302 / P1
Serie: 1301-1335 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1971 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 27 zitplaatsen, 33 maximaal | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 17050 kg | Motoren: 4 x 45 kW | Buitendienst: 1989, verbouwd naar partytram P1.
Na vele verlengingen van het tramnet werd in de periode 1971-1974 de serie 1301-1340 afgeleverd. De 1302 ging al in 1989 buiten dienst. De wagen werd echter een tweede leven gegund: in recordtempo is de wagen door de toenmalige afdeling Trammaterieel van HTM verbouwd naar Partytram P1. Het eerste optreden van de P1 was de optocht op 27 mei 1989, ter gelegenheid van 125 jaar tram in Den Haag. Inmiddels is de wagen een niet meer weg te denken onderdeel van de collectie en rijdt regelmatig als Partytram over het Haagse tramnet.
Tramnummer 1304
Serie: 1301-1335 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1971 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 65 staanplaatsen | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 17050 kg | Motoren: 4 x 45 kW | Buiten dienst: 1992.
Na vele verlengingen van het tramnet werd in de periode 1971-1974 de serie 1301-1340 afgeleverd. De 1304 ging als een van de laatste PCC’s buiten dienst en is in die staat gebleven.
Tramnummer 1321
Serie: 1301-1335 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1971 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 65 staanplaatsen | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 17050 kg | Motoren: 4 x 45 kg | Buiten dienst: 1993.
Na vele verlengingen van het tramnet werd in de periode 1971-1974 de serie 1301-1340 afgeleverd. De 1321 is nog vrij lang in dienst gebleven en heeft na zijn buitendienststelling enkele jaren in Amsterdam gereden, samen met de 1180, 1187 en 1193. Op 27 november 2004 keerde de wagen terug in Den Haag. Nu in dienst als Tourist Tram.
Tramnummer 1337
Serie: 1336-1340 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1971 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 36 zitplaatsen, 65 staanplaatsen | Lengte: 13452 mm | Gewicht: 17800 kg | Motoren: 4 x 45 kW | Buiten dienst: 1989.
De 1336-1340 waren voorzien van een thyristorschakeling die de originele PCC tractie-installatie verving. Voordeel was een lager energieverbruik. Deze vijf wagens kunnen hierdoor dus geen echte PCC’s meer worden genoemd. Deze wagens waren vooral te zien op de wat drukkere lijnen van het Haagse tramnet. De HTM heeft niet veel plezier gehad van de thyristor-wagens. Ze verbleven meer in de werkplaats dan op straat. Daardoor ging de 1337 in 1989 al buiten dienst en werd teruggebracht in de staat van de jaren zeventig.
Tramnummer 2101
Serie: 2101-2130 | Soort: PCC | Bouwjaar: 1974 | Fabrikant: La Brugeoise, Brugge (België) | Capaciteit: 40 zitplaatsen, 70 staanplaatsen | Lengte: 13020 mm | Gewicht: 15000 kg | Motoren: 4 x 45 kW | Buiten dienst: 1992.
Deze dertig wagens waren anders dan alle andere PCC’s door de afwezigheid van een bestuurdersplaats. De wagens waren bedoeld om als gemotoriseerde aanhangwagen dienst te doen achter de 1301-1340. De 2101 is in de toestand van 1974 teruggebracht.
NZH-trams (Blauwe Trams) in de collectie van het HOVM
Tramnummer A106
Serie: A101-A110 | Soort: Motorrijtuig | Bouwjaar: 1911 | Fabrikant: Waggonfabrik Uerdingen AG | Capaciteit: 26 zit- en 24 staanplaatsen | Lengte: 10400mm | Gewicht: 18800 kg | Vermogen: 117,6 kW | Buitendienst: 1949
In 1910 krijgt de Noord-Zuid Hollandse Vervoer Maatschappij NV de serie A1-A10 geleverd. In 1918 krijgen de trams de nummers A101-A110 nadat NZH een nieuwe letter en nummer aanduiding instelt.
Al snel blijken de rijeigenschappen niet optimaal te zijn van deze serie. Door de vaste truck met korte radstand in verhouding met de lengte van de rijtuigbak zijn hoge snelheden uitgesloten. Wanneer een A100 te snel gaat rijden gaat deze onnodig slingeren en schommelen. Ook was het originele remsysteem niet perfect. De tram is uitgerust geweest met een as compressor die dus alleen lucht kan comprimeren als de tram rijdt.
De NZH A106 is in 1949 buitendienst gegaan. De wagenbak wordt verkocht en wordt noodwoning in Nieuwkoop en is later nog schuur geworden. In 1983 kan de Tramweg-Stichting de tram verwerven en wordt gestart met de restauratie in Scheveningen. In 2015 komt de A106 in dienst als museumtram. In 2016 krijgt de tram de Jan Voerman prijs als waardering voor de zeer ingrijpende restauratie en het kwalitatief zeer goede resultaat.
Tramnummer A327
Serie: A301-A327 | Soort: Motorrijtuig | Bouwjaar: 1913 | Fabrikant: Beijnes, Haarlem | Capaciteit: 15 zit- en 33 staanplaatsen | Lengte: 8023mm | Gewicht: 13000 kg | Vermogen: 44,1 kW | Buitendienst: 1960
De A327 is een stadsmotorwagen van de fameuze ‘Blauwe Tram’, zoals de NZH in Leiden en Voorburg bekend stond. De NZH kreeg de serie van 27 stuks in de jaren 1911-1914. In 1918 kregen zij de nummers A301-A327 na het instellen van een nieuw schema van letters en cijfers bij de NZH.
De oorspronkelijk genummerde C27 heeft tot 1948 dienst gedaan in de stadsdienst van Haarlem. Nadat de diensten daar zijn overgenomen door bussen is de tram dienst gaan doen in Leiden waar de tram tot 1960 heeft gereden.
Na de buitendienststelling is de tram geschonken aan de Nederlandse Vereniging voor Belangstellenden in het Spoor en tramwegwezen, kortweg NVBS. Deze draagt de museumtram over aan de Tramweg-Stichting die in 1965 wordt opgericht. Na een verblijf in Hoorn start in 1968 de restauratie in Rotterdam. In 1981 is deze gereed.
Tramnummer B303
Serie: B301-B308 | Soort: Aanhangrijtuig | Bouwjaar: 1918 | Fabrikant: Beijnes, Haarlem | Capaciteit: 24 zitplaatsen, 44 staanplaatsen | Lengte: 10000mm | Gewicht: 9000 kg | Buitendienst: 1948
In 1918 levert Beijnes in Haarlem acht bijwagens af aan de NZH. De serie heet oorspronkelijk B501-B508 maar nog voordat de aanhangrijtuigen in dienst komen worden ze vernummerd in B301-B308. De trams gaan dienst doen op de stadslijnen van Haarlem. Nadat in 1948 daar de tramdienst gestaakt wordt zijn de B303 en B306 verkocht als noodwoning nadat ze langere tijd in Scheveningen op het emplacement aldaar te koop hebben gestaan.
Als noodwoning te Beesd krijgen beide rijtuigen nog een pannendak. De restanten van de B303 en B306 komen in 1986 naar de Tramweg-Stichting. Van beide wagens is de fraaie B303 bewaard gebleven, één zijwand van de B306 werd overgezet in de bak van de B303. In 2005 werd de B303 in dienst gesteld en vormt met de A327 een originele Haarlemse stadstram.
Tramnummer C32
Serie: C31-C34 | Soort: Gesloten goederenwagen | Bouwjaar: oorspronkelijk 1882, reconstructie 2002 | Fabrikant: Van der Zypen & Charlier | Draagvermogen: 5000kg | Lengte: 5400mm | Gewicht: 6035 kg | Buitendienst: 1960
De gesloten goederenwagens werden gebouwd voor de HSM en werden in 1926 door de NZH overgenomen om dienst te gaan doen op de lijnen rond Leiden. De goederenwagens werden onder andere als viswagens gekoppeld met de A100-en vanwege de grotere capaciteit en het vermijden van stank vanuit de bagageruimte in het passagierscompartiment. In 2002 kon op basis van een truck uit Bonn een reconstructie worden opgebouwd door de Tramweg-Stichting.