Tot 1961 ligt er een fraaie tramverbinding tussen Den Haag en Leiden. Het is het laatste stukje van het fameuze tramnet van de NZH wat daarvoor van Scheveningen tot Volendam reikte door Noord en Zuid Holland. Als titelfoto zien we tram A620/A619 welke in 1961 is vastgelegd door A van Kamp vertrekkend vanaf het Malieveld naar Leiden. Foto uit de collectie van het NZH Vervoersmuseum.
Op 9 november 1961 vertrekt, twee dagen eerder dan gepland, de laatste tram van Leiden naar Den Haag. Daarna keert de combinatie, bestaande uit tweelingstel A619/A620 met bijwagen B15, naar de remise die aan de Parkweg in Voorburg gesitueerd was. De dagen erna wordt al het materieel bij elkaar verzameld op een terrein aan de Korte Vliet in Voorschoten. Eén voor één gaan de prachtige trams ten prooi aan de slopershamer. Bijna alles gaat naar de tramhemel.
De laatst voor NZH gebouwde trams zijn de tien ‘Tweelingstellen’. Welke in de jaren 1931/1932 worden gebouwd door Beijnes in Haarlem. De fraaie trams zijn besteld voor de tramlijn Haarlem – Leiden waar tot dan stoomtrams rijden. De gemeente Haarlem stelt een merkwaardige eis aan normaalsporige elektrische trams. Rijtuigen mogen niet langer dan tien meter lang zijn. De ingenieurs van de Haarlemse fabriek bedenken een slimme en creatief ontwerp. Het wordt dan de één van modernste tram in West Europa die bestaat uit twee rijtuigbakken. Reizigers kunnen gemakkelijk binnendoor oversteken van het ene naar het andere rijtuig. De tram rust op drie draaistellen. Door de trams twee nummers te geven lijkt het net alsof het twee rijtuigen betreft maar het gaat in feite om één gelede tram. Ze krijgen de nummers A601/A602 – A619/A620.
De laatste van die tien trams heeft in 1961 dus ook de laatste reizigers tram gereden. Aanvankelijk rijden de wagens alleen op de lijn tussen Haarlem en Leiden maar ook doen ze dienst op de stadslijn 1 naar Schoten en Hillegom. In 1949 wordt de lijn naar Leiden opgeheven en verhuizen de trams naar Leiden. Vanuit Leiden rijden de trams op de lijnen naar Katwijk en Noordwijk maar ook richting Den Haag en af en toe in de lokaaldienst tussen Voorburg en Scheveningen.
Toen het plan kwam ook deze lijnen op te heffen is nog geprobeerd deze relatief jonge trams te slijten aan HTM. De wagens zouden het oude Buitenlijn materieel op de lijn naar Delft kunnen vervangen. HTM had toen andere ideeën. Zo zou de lijn naar Delft overgaan naar de WSM. Enige optie die overblijft is helaas de sloop. Begin 1962 is er geen A600 tweelingstel meer over.
De afgelopen decennia is er wel één en ander aan historisch NZH trammaterieel bewaard gebleven en zelfs rijvaardig te zien. Als getuige van het interlokale vervoer is een stuurstand rijtuig van het beroemde Budapester materieel aanwezig in het NZH Vervoersmuseum in Haarlem. Daar zijn ook wat voorbeelden van het smalspoornet nog te zien. In Den Haag heeft de Tramweg Stichting twee motorwagens rijvaardig bewaard. Stadstram A327 en motorwagen A106 kunt u tegenkomen op het Haagse tramnet. Verder zijn er nog bijwagens B37 en B303 in Den Haag aanwezig.
Helaas is er geen tweeling-tramstel bewaard gebleven. Om zo’n tram toch weer in levende lijve te zien is de ‘Stichting De Nieuwe Blauwe Tram’ opgericht. Hun doel is zo’n tram weer te reconstrueren. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan maar voorbeelden uit het verleden sterkt hun motivatie om het doel op de rails te krijgen. Al in 1939 kwam replica stoomlocomotief ‘Arend’ met bijpassende rijtuigen op het spoor. Er liggen twee herbouwde VOC schepen in verschillende havens en in het Nederlands Openlucht Museum te Arnhem rijdt replica GETA 76 van de Arnhemse tram. Dus waarom zou het niet lukken om een Blauwe Tram te herbouwen?
De stichting werkt nauw samen met andere organisaties om het project een succes te maken. Stichting Historisch Genootschap de Blauwe Tram, de Tramweg Stichting, NVBS en NZH Vervoersmuseum. Bij die laatste is een naburig pand in gebruik genomen om de tram te bouwen.
Bij het Spoorwegmuseum zijn de originele bouwtekeningen gevonden zodat een 3D ontwerp in de computer gemaakt kan worden.
Na een aanbesteding kon de bouw beginnen bij firma Peterse Las en Constructie in Winkel. Aan hun is de ruwbouw van beide rijtuigbakken gegund. Nadat alle onderdelen geproduceerd en geleverd zijn wordt in de tweede helft van januari dit jaar de bak van rijtuig A619 langzaam geboren. Half maart is de A619 ruwbouw klaar en verhuist de halve tram naar naburig constructiebedrijf Castricum Repair. Daar wordt de bak eerst gestraald, daarna geconserveerd en geschilderd.
Op 10 april is het zover. De bak van de A619 kan worden getransporteerd van Winkel naar Haarlem. Na ruim zeventig jaar is er weer een A600 in Haarlem! De tram wordt geplaatst in de werkplaats naast het NZH Vervoersmuseum. In Haarlem zal de tram verder worden afgebouwd. Wanneer de tram gereed is is het de bedoeling dat het fraaie Tweelingstel op het Haagse tramnet komt te rijden.
Wanneer het NZH Vervoersmuseum weer open gaat kan vanuit het museum de bouw gevolgd worden in het naast gelegen pand.
Maar ook online kan u op de voet volgen hoe de zaken er voor staan. Via de website van Stichting De Nieuwe Blauwe Tram vindt u alle informatie over de bouw van de tram en hoe u het mooie project kunt steunen.