Half december van dit jaar beëindigt NS de inzet van Sprinter-treinstellen, ook wel bekend als SGM (Stadsgewestelijk Materieel). De oer-Sprinter van NS heeft er dan ruim 40 jaar opzitten. De meeste van de 90 SGM-treinstellen hebben een onopvallende loopbaan gehad, met de verbouwing tot nieuwe, blauw-wit-gele Sprinter in de periode 2003-2008 als belangrijkste verandering. Voor enkele treinstellen was dat anders. De komende maanden zet het HOVM enkele van die speciale gevallen in de spotlights. Vandaag: treinstel 2001.

Het nummer verraadt het al: de 2001 is de eerste van vijftien prototypetreinstellen SGM-0 uit 1975. Op 7 maart 1975 komt het treinstel onder grote belangstelling in Nederland aan. Vanuit de werkplaats Leidschendam worden eerste proefritten gemaakt op de Hofpleinlijn. Met ingang van september 1975 gaan de nieuwe treinstellen in de reguliere dienst rijden op de Hoekse Lijn van Rotterdam naar Hoek van Holland. Op 4 mei 1976 is de 2001 betrokken bij de treinramp nabij Schiedam waarbij de SGM-treinstellen 2008 en 2001 frontaal op een internationale trein botsen. Terwijl van de vooroplopende 2008 een rijtuigbak verloren gaat, loopt de 2001 slechts schade op aan een kop omdat door de kracht botsing de koppelingen tussen de 2001 en 2008 het begeven.

Voor de Hoekse Lijn waren de Sprinters echter niet besteld: in het voorjaar van 1977 gaan de nieuwelingen op de Zoetermeer Stadslijn rijden, waar materieel nodig is dat snel kan optrekken en over meer en bredere deuren beschikt dan ouder materieel.

Begin januari 1995 krijgt de 2001 het flink voor de kiezen. Foto te Leidschendam-Voorburg. De machinist heeft de buitenspiegel uitgeklapt om het in- en uitstapproces te volgen. Omdat het perron van in een boog ligt, zijn aanvullend camera’s en monitoren geplaatst om het achterste deel van de trein te kunnen overzien. De monitoren zijn verwerkt in de zwarte kasten naast het treinstel.

De 2001-2015 krijgen vanaf 1978 gezelschap van een vervolgserie (60 treinstellen SGM-1), die op diverse punten afwijkt van de protoserie. Belangrijkste verschillen: een overgangsmogelijkheid tussen de rijtuigen, een toilet en schuifdeuren tussen alle balkons en de afdelingen met zitplaatsen.

De Zoetermeer Stadslijn is de enige spoorlijn waar de treinen standaard zonder conducteur rijden. De vijftien SGM-0-treinstellen en de eerste vijftien SGM-1-treinstellen krijgen daarvoor uit-/inklapbare buitenspiegels. Deze dertig treinstellen blijven tweedelig; de 45 andere SGM-1-treinstellen krijgen vanaf 1983 een tussenrijtuig. Daarnaast schaft NS nog eens vijftien driewagenstellen aan. De sprintertweetjes zijn primair bedoeld voor de Hofpleinlijn en Zoetermeer Stadslijn, al rijden ze op kleine schaal ook op andere lijnen.

Vanaf 1994 doet NS experimenten met een ander interieur in de SGM-treinstellen. Na een eerste proef met ‘SpitsPendels’ op de Hoekse Lijn en ‘StrandSprinters’ tussen Haarlem en Zandvoort, krijgen ook de Zoetermeer Stadslijn en Hofpleinlijn vernieuwde sprinters. Onder de naam CityPendel introduceert NS een uitgebreidere dienstregeling met SGM’en die een metro-achtig interieur hebben.

De 2001 op een van de eerste dagen na verbouwing tot CityPendel.

Begin juli 1995 bijt de 2001 het spits af. Geheel geel en met een gedeeltelijk vernieuwd interieur komt het treinstel in dienst. Het interieur is sterk geïnspireerd op dat wat in de StrandSprinter is gebruikt. Dat betekent dat het interieur alleen daar wordt vernieuwd waar het niet anders kan.

De eerste uitvoering van het CityPendel-interieur van de 2001.

Het nieuwe interieur bevalt niet: op veel plaatsen is de oude wandbekleding hergebruikt en ook voor de bagagerekken kan er geen nieuw likje verf af. De grijze vloer blijft ook behouden. De treinstellen na de 2001 neemt Revisiebedrijf Haarlem op die punten grondiger onder handen. Aan het einde van het project, in maart 1996, krijgt de 2001 alsnog het verbeterde interieur. Vanaf dan zijn de wandpanelen marmergeel en is de vloer blauw/zwart/grijs.

De 2001 met een andere SGM-special, treinstel 2014, bij de inmiddels verdwenen overweg in de Veenweg. Even verderop ligt nu de RandstadRail-halte Leidschenveen.

De 2001 vertrekt in mei 2004 uit Leidschendam-Voorburg richting Zoetermeer.

In 2007 besluit NS de 30 tweedelige SGM-treinstellen te moderniseren, zoals de jaren daarvoor ook met de zestig drietjes is gebeurd. In het Deense Randers neemt Bombardier de treinstellen technisch en optisch onder handen. De dan al 34 jaar oude SGM-0-tweetjes krijgen alsnog een doorloop tussen de rijtuigbakken. Net zoals de verbouwde driewagenstellen krijgen de tweetjes nummers in een honderdtal hoger. Om in de computersystemen van NS een conflict te voorkomen met de dan kort daarvoor afgevoerde SM ’90-treinstellen, begint de nummering bij 2111 (ex-2001).

In mei 2009, twee maanden na de modernisering, staat de nu 2111 genummerde 2001 klaar om vanuit Rotterdam Centraal als spitspendel richting Vlaardingen te vertrekken.

De 2111 is in augustus 2014 bij Dordrecht onderweg als sprinter van Den Haag naar Breda.

Het oudste en nieuwste SGM-treinstel eind augustus 2014 in Roosendaal.

De 2111 en een onbekend driewagenstel in het vernieuwde Rotterdam Centraal, augustus 2015.

In de nieuwe uitvoering doet de 2111 nog ruim tien jaar dienst. Het treinstel behoort tot de eerste SGM-sprinters die eind 2019 aan de kant gezet worden door de indienststelling van nieuwe SNG-sprintertreinstellen. De sloper maakt in de zomer van 2021 de 2111, dan 46 jaar oud, een kopje kleiner.